Verenigingsfokreglement Nederlandse Markiesjes Vereniging
1. ALGEMEEN |
1.1. Dit reglement voor de Nederlandse Markiesjes Vereniging, hierna te noemen de vereniging, beoogt bij te dragen aan de behartiging van de belangen van het ras Markiesje zoals deze zijn verwoord in de statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging. Dit Verenigingsfokreglement is goedgekeurd door de algemene ledenvergadering van de vereniging op 3 juli 2021. Inhoudelijke aanpassingen van het Verenigingsfokreglement kunnen uitsluitend plaatsvinden met instemming van de algemene ledenvergadering van de vereniging. |
1.2. Dit Verenigingsfokreglement (VFR) geldt voor alle leden van de vereniging voor het Markiesje. |
1.3. Het bestuur van de vereniging verplicht zich, de door de Algemene Vergadering van de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland vastgestelde wijzigingen van het Kynologisch Reglement, die betrekking hebben op dit Verenigingsfokreglement, terstond hierin door te voeren. In tegenstelling tot het gestelde in artikel 1.1 behoeven deze wijzigingen niet de goedkeuring van de algemene ledenvergadering van de vereniging. Dit ontslaat de individuele fokker niet van de plicht zelf op de hoogte te zijn en te blijven van recente wijzigingen in het Kynologisch Reglement, ook als het bestuur van de vereniging hier in gebreke blijft. |
1.4. Voor wat betreft de omschrijving van de in dit Verenigingsfokreglement genoemde definities gelden de omschrijvingen zoals vastgelegd in het Huishoudelijk Reglement en het Kynologisch Reglement van de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland. |
1.5. Voor wat betreft de externe regelgeving gelden de regels zoals vastgelegd in het Huishoudelijk Reglement en het Kynologisch Reglement van de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland. |
1.6. Inschrijving van een nest in de Nederlandse stamboekhouding (NHSB) door de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland vindt plaats conform de regels zoals vastgelegd in het Kynologisch Reglement. |
1.7. Dekadvies & dektoestemming: Voorafgaand aan de dekking dient dektoestemming van de Fokadviescommissie te zijn verkregen. De fokker kan hiervoor een dekadvies aanvragen of zelf een combinatie voordragen aan de Fokadviescommissie voor dektoestemming. |
1.7.1. De dektoestemming van de Rasvereniging heeft een geldigheidsduur van een jaar. Verlenging met een jaar is mogelijk: een verzoek daartoe moet binnen drie maanden voor het verstrijken van de geldigheidsdatum worden ingediend. |
1.7.2. Een verleende toestemming kan, op grond van het bekend worden van nieuwe gegevens, worden ingetrokken. De fokker wordt hiervan op de hoogte gesteld. |
1.8. Overige administratieve verplichtingen: |
1.8.1. Binnen 3 dagen nadat de (1e) dekking heeft plaatsgevonden dient de fokker dit te melden aan de Fokadviescommissie. |
1.8.2. Binnen drie dagen nadat de geboorte heeft plaatsgevonden dient de fokker dit te melden aan de Fokadviescommissie, met melding van het aantal beschikbare pups ten behoeve van de pupbemiddeling en eventuele voorkeuren ten aanzien van de aspirant-kopers. Eventueel geconstateerde afwijkingen zoals knik in de staart, hubertusklauwtjes, open gehemelte, navelbreuken e.d. dienen gelijktijdig gemeld te worden aan de Fokadviescommissie. |
1.8.3. De fokker biedt de pups aan voor bemiddeling via de wachtlijst van de Nederlandse Markiesjes Vereniging en is vrij om voor maximaal 2 pups zelf een eigenaar aan te wijzen. In bijzondere gevallen kan een fokker een verzoek indienen bij het bestuur om van deze regel af te wijken. |
1.8.4. De fokker verplicht zich bij het afwijzen van een kandidaat voor een pup dit zelf te melden aan betreffende kandidaat en tevens de pupinfo hiervan op de hoogte te stellen. |
1.9. Het bestuur van de vereniging verplicht zich ertoe de leden minimaal jaarlijks te informeren indien er gebruik is gemaakt van bijzondere uitzonderingen, zoals bedoeld in artikel 2.1.1; 2.2.1; 2.4.2; 2.4.3; 2.7.1; 2.7.3; 4.2.1; 4.3 a-e. Commissies dienen hiervan het bestuur tijdig op de hoogte te brengen. |
1.10. Nestbezoek: |
1.11. Het recht op pupbemiddeling door de Nederlandse Markiesjes Vereniging vervalt indien de fokker zich niet houdt aan de bepalingen van dit reglement. |
1.12. Fokkers die fokken binnen het kader van dit fokreglement en zijn vereniging geven hiermee automatisch toestemming voor publicatie van alle uitslagen van (gezondheids)onderzoeken. |
1.13. De hoogte en eventuele verplichting voor de fokker van de pupprijs, pupafdracht en het dekgeld worden geregeld in het Huishoudelijk Reglement van de vereniging. |
1.14. Outcross- en/of kruisingsnesten: |
1.14.1. In geval van een dekking met een hond die niet geregistreerd is in het VR en/of MR moet minimaal worden voldaan aan alle gezondheids- en welzijnseisen uit dit VFR, en –voor zover dat aan de orde is- aan die van het ras van de andere hond. |
1.14.2. Om bij een outcross- of kruisingsnest gebruik te kunnen maken van alle diensten van de vereniging (zoals nestbegeleiding, pupbemiddeling, vermelding in MP) is vooraf toestemming nodig van zowel outcross-commissie als het bestuur. Het outcrossnest dient te voldoen aan alle regels uit dit VFR. |
2. FOKREGELS |
2.1. Een teef mag niet worden gedekt door haar grootvader, haar vader, haar broer, haar halfbroer, haar zoon of haar kleinzoon. Pups, voortgekomen uit één van de genoemde combinaties, zullen niet in het NHSB worden ingeschreven (Artikel VIII.2 KR en Artikel III.14 lid 1l KR). |
2.1.1. Een teef mag niet worden gedekt door een reu waarbij de verwachte inteeltcoëfficiënt van de pups op basis van de berekeningen van de database van de vereniging een factor 1,25 hoger is dan die van het populatiegemiddelde. In uitzonderlijke gevallen waarbij dit de gezondheid van de populatie als geheel ten goede komt, kan met goedkeuring van de Gezondheidscommissie en Fokadviescommissie afgeweken worden van deze regel. |
2.2. Herhaalcombinaties: |
2.2.1 Tenzij: · het gespeende nest uit één of twee pups bestaat. · uit het gespeende nest weinig of geen (minder dan drie) inzetbare nakomelingen in het verleden voor de fok gebruikt zijn, bijvoorbeeld door castratie. · de Gezondheidscommissie bepaalt dat het voor gezondheidsonderzoek wenselijk is. |
2.3. Minimumleeftijd reu: |
2.4 Aantal dekkingen: |
2.4.1. Indien een reu twee nesten heeft voortgebracht, dienen eerst minimaal 50% van de pups van minimaal één nest op de Jongehondendag van de Nederlandse Markiesjes Vereniging gezien te worden alvorens de reu opnieuw mag dekken. |
2.4.2. Indien vier jaar na de geboorte van een nest er met geen van de nakomelingen is gefokt en het aannemelijk is dat dat niet alsnog zal gebeuren, kan de Fokadviescommissie in overleg met de GC besluiten om extra dekkingen toe te staan. |
2.4.3. Indien het aannemelijk is dat het in het belang is van de gezondheid van de populatie als geheel, kan de Fokadviescommissie in overleg met de Gezondheidscommissie besluiten om extra dekkingen toe te staan. |
2.5. Cryptorchide en monorchide: |
2.6. Gebruik buitenlandse dekreuen: |
2.7. Kunstmatige inseminatie (sperma van levende en/of overleden dekreuen): |
2.7.1. Bevruchting door middel van kunstmatige inseminatie met het sperma van een nog in leven zijnde of overleden dekreu is niet toegestaan, tenzij er, in heel uitzonderlijke gevallen, verkregen toestemming is van de Fokadviescommissie op basis van een gemotiveerd verzoek |
2.7.2. Als een fokker voor een dekking het sperma gebruikt van een nog in leven zijnde of overleden dekreu, dan gelden voor deze dekking de gezondheidsregels van dit Verenigingsfokreglement voor zover het mogelijk was ten tijde van afname van sperma om hieraan te voldoen. Indien er gezondheidsregels zijn waar niet aan is voldaan (omdat de tests nog niet beschikbaar/verplicht waren ten tijde van de sperma-afname) kan een goed gemotiveerd verzoek worden ingediend bij de Gezondheidscommissie om een reu toch in te kunnen zetten. Hierbij dienen de ernst en invloed op het welzijn van de aandoening waarop gescreend had moeten worden, alsmede het nut van het inzetten van de reu voor de gezondheid van de populatie als geheel, gewogen te worden. Eventueel verplichte DNA-onderzoeken dienen indien mogelijk op het sperma te worden gedaan. |
2.7.3. Als een fokker voor een dekking het sperma gebruikt van een nog in leven zijnde of overleden dekreu, dan gelden voor deze dekking alle overige regels (anders dan gezondheidsregels) van dit Verenigingsfokreglement alsof het een natuurlijke dekking betreft. |
2.8 Reuen mogen alleen in Nederland worden ingezet, tenzij gewerkt wordt conform de regeling ‘Stamboomprocedure Nederlandse rassen in het buitenland’ van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland. Uitsluitend met toestemming van het bestuur van de Nederlandse Markiesjes Vereniging mag hiervan worden afgeweken. |
3. WELZIJNSREGELS (Artikel VIII.1 KR) |
3.1. Een teef mag niet worden gedekt vóór de dag waarop zij de leeftijd van 18 maanden heeft bereikt. |
3.2. Een teef, waaruit niet eerder pups zijn geboren, mag niet worden gedekt na de dag waarop zij de leeftijd van 72 maanden heeft bereikt. |
3.3. Een teef, waaruit eerder pups zijn geboren, mag niet meer worden gedekt na de dag waarop zij de leeftijd van 108 maanden heeft bereikt. |
3.4. Een teef mag niet meer worden gedekt na de dag waarop haar vijfde nest is geboren. |
3.5. Een teef mag niet worden gedekt als deze dekking tot gevolg heeft dat tussen de geboortes van twee opeenvolgende nesten van deze teef geen termijn van tenminste 12 maanden zit. |
4. GEZONDHEIDSREGELS |
4.1. Gezondheidsonderzoek (screening) ouderdieren: |
4.1.1. Indien een hond zich in het buitenland bevindt en goedgekeurde protocollen zoals benoemd in dit reglement niet aangeboden worden binnen redelijke reisafstand, kan het bestuur in overleg met de Gezondheidscommissie besluiten een passende en gelijkwaardige lokale screeningsmethode goed te keuren. |
4.2. Verplicht screeningsonderzoek: |
a. Patella Luxatie. Het onderzoek dient te worden uitgevoerd volgens het Meutstege protocol door een hiertoe erkende specialist op een leeftijd van minimaal 12 maanden. |
b. Oogafwijkingen. Ouderdieren dienen op het moment van de dekking over een geldig ECVO oogonderzoeksrapport te beschikken. Het (eerste) ECVO-oogonderzoek vindt plaats op de leeftijd van tenminste 18 maanden en heeft een geldigheid van maximaal één jaar conform de richtlijnen van de ECVO. |
c. Paroxismale Dyskinesie. Er geldt een verplicht DNA-onderzoek naar Paroxismale Dyskinesie voor honden die niet geboren zijn uit twee Paroxismale Dyskinesie vrije ouders (vastgesteld met behulp van een Paroxismale Dyskinesie DNA test) |
d. Progressieve Retina Atrofie (PRA). Er geldt een verplicht prcd-PRA DNA-onderzoek voor honden die niet geboren zijn uit twee prcd-PRA vrije (voor)ouders (vastgesteld met behulp van een prcd-PRA DNA test) |
4.2.1. Slechts bij hoge uitzondering kan van artikel 4.2.c en 4.2.d worden afgeweken. De besluitneming hiertoe gebeurt door het bestuur na een goed gemotiveerd advies van de Gezondheidscommissie. |
4.3. Aandoeningen: |
a. Patella Luxatie De volgende fokcombinaties zijn toegestaan: · Honden die “vrij” zijn beoordeeld mogen deelnemen aan de fokkerij. · Honden die “graad 1” zijn beoordeeld mogen uitsluitend worden gepaard aan honden die “vrij” zijn. |
b. Progressieve Retina Atrofie (PRA) Hierbij zijn de volgende fokcombinaties toegestaan: · Honden die ‘homozygoot vrij’ zijn beoordeeld mogen deelnemen aan de fokkerij. · Honden die ‘heterozygoot drager’ zijn beoordeeld mogen uitsluitend worden gepaard aan honden die ‘homozygoot vrij’ zijn.
Slechts bij hoge uitzondering zullen lijders worden ingezet voor de fok, onder strikte voorwaarden. De besluitneming hiertoe gebeurt door het bestuur na een goed gemotiveerd advies van de Gezondheidscommissie. |
c. Paroxismale dyskinesie Hierbij zijn de volgende fokcombinaties toegestaan: · Honden die ‘homozygoot vrij’ zijn beoordeeld mogen deelnemen aan de fokkerij. · Honden die ‘heterozygoot drager’ zijn beoordeeld mogen uitsluitend worden gepaard aan honden die ‘homozygoot vrij’ zijn. Slechts bij hoge uitzondering zullen lijders worden ingezet voor de fok, onder strikte voorwaarden. De besluitneming hiertoe gebeurt door het bestuur na een goed gemotiveerd advies van de Gezondheidscommissie. |
d. Epilepsie Er mag niet gefokt worden met honden die aan epilepsie lijden. Indien er een vermoeden bestaat van epilepsie dient er eerst een gezondheidsverklaring, opgesteld door een specialist, hieromtrent overlegd te worden. In het geval dat de epilepsie pas in een later stadium wordt ontdekt, geldt dat de nakomelingen en de nestgenoten van lijders pas na de leeftijd van 36 maanden mogen worden ingezet. |
e. Cataract Er mag niet gefokt worden met honden die aan cataract lijden van een type waarvoor de ECVO richtlijn "niet fokken" adviseert.
De Fokadviescommissie kan in overleg met het bestuur en de Gezondheidscommissie een dekking van een hond met cataract toch goedkeuren indien het een hond op hoge leeftijd betreft waarvan aannemelijk kan worden gemaakt dat de cataract een ouderdomskwaal is, en uitsluitend wanneer het individu bewezen belangrijk is voor het behoud van genetische diversiteit in de populatie. |
f. Knik in de staart en staartloosheid Indien er sprake is van een knik in de staart of een ernstig verkorte of zelfs afwezige staart kan het bestuur op advies van de Fokadviescommissie en/of de Gezondheidscommissie, onder opgave van de redenen, eisen dat het dier hierop röntgenologisch wordt onderzocht door een bij de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) of buitenlandse equivalent geregistreerde specialist voordat de hond in de fokkerij wordt ingezet. Indien er een vermoeden bestaat dat het een erfelijke variant betreft, wordt de hond uitgesloten van de fokkerij.
|
4.4. Diskwalificerende fouten: Met honden met één of meer van onderstaande diskwalificerende fouten mag niet binnen het Voorlopig Register worden gefokt, tenzij kan worden aangetoond dat de fout geen erfelijke basis heeft. Indien de fout geen gezondheids- of welzijnsrisico voor de nakomelingen met zich meebrengt, is fokken binnen het Markiesjes Register wél toegestaan.
· Agressief of zeer angstig gedrag · Duidelijke fysieke of gedragsafwijkingen · Elk teken van verdwerging · Veel te korte staart of staartloosheid · Merle aftekening |
4.5. Indien een hond op grond van nestgenoten of ouderdieren een verhoogde kans heeft op een erfelijke aandoening, kan het bestuur op advies van de Fokadviescommissie en/of de Gezondheidscommissie, onder opgave van de redenen, eisen dat het dier hierop wordt onderzocht door een erkend specialist voordat de hond in de fokkerij wordt ingezet. |
5. GEDRAGSREGELS |
5.1. Karaktereisen: |
5.1.1. Honden met fouten in het gedrag dienen enkel met bijzondere aandacht ingezet te worden voor de fok. Honden met diskwalificerende fouten in het gedrag worden uitgesloten van de fok. |
5.1.2. Uitzondering daarop is alleen mogelijk als kan worden aangetoond dat de fout geen erfelijke basis heeft en er geen verhoogd risico is dat de pups dergelijke fouten ook zullen laten zien. Hierbij dienen eventuele epigenetische factoren en de genetische factoren van complexe aandoeningen meegenomen te worden. |
5.2. Verplichte gedragstest: |
6. WERKGESCHIKTHEID |
6.1. Voor dit ras is een verplichte werkgeschiktheidtest niet van toepassing. |
7. EXTERIEURREGELS |
7.1. Kwalificatie: |
7.2. Fokgeschiktheidskeuring: |
7.2.1. In plaats van deelname aan een fokgeschiktheidskeuring kan een eigenaar er ook voor kiezen om de hond voor te brengen op een CAC/CACIB show. De hond dient tenminste 18 maanden oud te zijn op het moment van deze keuring. Indien er minimaal tweemaal tenminste een ZG toegekend is door verschillende keurmeesters kan de eigenaar bij de Fokadviescommissie een verzoek indienen om op basis van de uitslagen alsnog de kwalificatie 'inzetbaar voor de fok' te ontvangen. |
8. REGELS AFGIFTE PUPS, WELZIJN PUPS |
8.1. Ontwormen, enten & chippen: |
8.1.1. Het doen van een titerbepaling en/of ontlastingsonderzoek alvorens enkel bij noodzaak over te gaan tot ontwormen en/of inenten zijn toegestaan. De pups dienen bij aflevering adequaat ontwormd te zijn en zij dienen voorzien te zijn van een unieke ID transponder. |
8.2. Aflevering pups: |
8.2.1 De fokker geeft onder geen enkel beding een zieke pup of nog onder medische behandeling zijnde pup af. Mochten koper en verkoper hiervan af willen wijken dan is het dringend advies van de vereniging om schriftelijk vast te leggen dat beide partijen afzien van claims. |
8.3. Terugfokprogramma: |
9. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN |
9.1. Dit reglement is niet van toepassing op nesten die geboren worden uit een teef gedekt op of voor de dag waarop dit reglement in werking treedt. |
9.2. Gezondheidsuitslagen, exterieur-, gedrags- en/of werkkwalificaties die zijn afgegeven en/of voor de inwerkingtreding van dit reglement hebben plaatsgevonden, worden geacht onder de werking van dit reglement te zijn inbegrepen. |
9.3. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het bestuur van de Nederlandse Markiesjes Vereniging. |
10. INWERKINGTREDING |
10.1. Dit Verenigingsfokreglement treedt in werking op 01-01-2022 zijnde de datum van verkregen goedkeuring op het reglement door het bestuur van de Raad van Beheer conform de artikelen 10 HR en VIII. 5+6 KR. |